In de snackbar kan je vaak een frikandel bestellen maar ook een frikadel. Het zijn beide snacks van vlees maar er is wel degelijk een verschil. In Nederland zal je doorgaans altijd een frikandel krijgen, een langwerpig stuk vlees uit de frituurpan. Net als in België. Maar de rest van de wereld kent deze langwerpige frikandel eigenlijk niet. Zij denken aan stuk vlees dat het beste kan worden omschreven als een platte gehaktbal.
De frikandel wordt vaak gegeten in combinatie met friet. Het is een langwerpige staaf van vlees die doet denken aan een grotere, dikkere worst.
Er gaan veel fabels over frikandellen te ronde. Die gaan met name over de soort vlees waarvan de frikandellen gemaakt worden. Maar koeienogen uiers, slachtafval, vleesresten en hersenen, die zitten niet in de frikandel. Wel bestaat de frikandel meestal niet uit 1 soort vlees. Een frikandel is vaak een mix van rundvlees, varkensvlees, kippenvlees en soms bevat deze ook paardenvlees. Een frikandel is altijd gekruid. De frikandel wordt gefrituurd en vaak geserveerd met friet.
Een frikadel is een ronde platgedrukte gehaktbal die veel mensen zal doen denken aan een hamburger. De frikadel wordt met name gegeten in België, Oostenrijk, Duitsland en Denemarken. De frikadel wordt meestal gebakken, maar kan ook worden gefrituurd. Deze wordt vaak gemaakt van runder- of varkensgehakt of een mix daarvan. Dit gehakt wordt gemengd met ui, water of melk en paneermeel. Hier worden kruiden aan toegevoegd waarna de frikadel in hete olie wordt gebakken. Vaak wordt de frikadel gegeten op een broodje. Nederlanders zullen het dan ook vaak een hamburger noemen.
Zowel het vlees voor de frikandel als de frikadel is lekker gekruid.