1 kilo vet is natuurlijk even zwaar als 1 kilo spiermassa. Maar 1 kilo spiermassa neemt wel veel minder ruimte in dan 1 kilo vetmassa. Daardoor kunnen twee mensen met hetzelfde gewicht en dezelfde lengte, dus ook een compleet ander uiterlijk hebben. Een persoon met veel spiermassa zal namelijk veel slanker ogen. Vetmassa neemt meer ruimte in waardoor je omtrekken groter zijn.
Wanneer je begint met sporten kan dit dus een teleurstelling geven op de weegschaal. Doordat je spiermassa opbouwt, kan het immers zo zijn dat je zwaarder wordt. Het is daarom ook verstandig om ook de omtrek van tenminste je benen, en taille te meten. Zo kan je opmeten hoeveel dunner je daadwerkelijk wordt. Het getal op de weegschaal zegt namelijk ook niet alles, de omtrek van je lichaam wel.
Het is dus vaak zo dat slanke mensen niet per se minder wegen dan wat vollere mensen. Indien zij veel sporten, kunnen zij hetzelfde gewicht hebben, maar veel slanker ogen.
Hoe meer spiermassa je hebt, hoe hoger het calorieverbruik van je lichaam wordt. Dat komt omdat spieren meer energie nodig hebben dan vet. Naast dat je slanker lijkt door meer spiermassa, kun je dus ook meer eten zonder aan te komen.
Dit is ook de reden dat de methode van BMI niet altijd alles zegt over iemand. Iemand met heel veel spiermassa zal hier in de categorie overgewicht en zelfs obesitas kunnen vallen terwijl deze persoon natuurlijk erg gezond is.