Het effect van krachttraining na borstkanker

Veel vrouwen die borstkanker hebben gehad krijgen nog gedurende een aantal jaar hormoontherapie. Deze hormoontherapie werkt de terugkeer van kanker tegen maar zorgt tegelijkertijd voor een verstoring in de hormoonwaarden waardoor de vrouwen vaak spier- en botmassa verliezen. De vetmassa, speciaal in het gebied rond de taille, neemt juist toe. Dit onderzoek van de Poolse University of Medical Sciences toont echter aan dat deze bijwerkingen voorkomen kunnen worden.

Het onderzoek
Het onderzoek betrof vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 44 jaar die hormoontherapie kregen na borstkanker. De vrouwen kregen tamoxifen (anti-oestrogeen) en goserelin (stopt aanmaak van vrouwelijke hormonen). Het onderzoek duurde 18 maanden en werd onderverdeeld in drie verschillende periodes van elk 6 maanden.

In de eerste periode deden de vrouwen helemaal niets. In de tweede periode deden de vrouwen 6 maanden lang aan aerobe training. Daarbij deden ze elke dag aan matig-intensieve lichaamsbeweging gedurende 40 minuten. De hartslag was bij deze beweging 65 tot 75% van de maximale hartslag. In de derde en laatste periode bleven de vrouwen 40 minuten per dag trainen, daar boven op deden zij echter ook 3 keer in de week aan krachttraining. Daarbij deden de vrouwen drie keer in de week een circuittraining van 45 minuten. Het ging om 6 tot 8 plankoefeningen, 2 oefeningen voor het bovenlichaam en 3 oefeningen voor de benen. De reps waren 3 keer 15/16 keer.

Resultaten
Het BMI van de vrouwen nam in de eerste periode sterk toe. Aan de start van het onderzoek was het gemiddelde BMI 22.31. Na 6 maanden was deze toegenomen tot 24.25, een waarde die in de buurt komt van overgewicht. Na de tweede periode daalde de BMI al naar 24. Toen de krachttraining werd toegevoegd daalde deze naar 23.54.

De botdichtheid nam ook sterk af bij de vrouwen als gevolg van de hormoontherapie. Aan de start hadden zij een botdichtheid van het hele lichaam van 1.17. Na 6 maanden was dit nog slechts 1.13, na 12 maanden nog slechts 1.1. Toen de vrouwen begonnen met krachttraining in de derde periode nam de botdichtheid weer iets toe naar 1.13. Het is al langer bekend dat krachttraining een positief effect heeft op de botdichtheid.

Het vetpercentage nam in de eerste 6 maanden van het onderzoek sterk toe. De vrouwen begonnen met een vetpercentage van 33,7%. Na 6 maanden was deze opgelopen tot 37,8%. Door de aerobe activiteit daalde deze naar 37,4%. In de periode van de krachttraining daalde deze naar 36,5%. Vrouwen met hormoontherapie vanwege borstkanker krijgen vaker een flinke toename in het vetpercentage. Met behulp van krachttraining kan dit wel worden beperkt.

De krachttraining zorgde er bovendien voor dat de vetvrije massa toenam. Deze bereikte bijna het niveau van voor de hormoontherapie. De hoeveelheid vetmassa slonk door de krachttraining maar kwam niet terug op het niveau van voor de hormoontherapie.

Een zeer positief resultaat is het effect op de heup-middel ratio. In de eerste periode nam de heup-middel verhouding toe van 0.75 naar 0.8. De tweede periode liep deze al terug naar 0.78 en toen de vrouwen ook nog aan krachttraining gingen doen liep deze weer terug naar 0.76. De taille van de vrouwen die aan krachttraining deden nam dus aanzienlijk af. Bijna tot het niveau van voor de hormoontherapie. Juist deze ratio is zeer belangrijk en zegt erg veel over de gezondheid.

Zie deze resultaten in tabelvorm:

  Start Na periode 1 Na periode 2 Na periode 3
BMI 22.31 24.25 24.00 23.54
Vet % 33.7 37.8 37.4 36.5
Middel/heup ratio 0.75 0.8 0.78 0.76
Botdichtheid 1.17 1.13 1.1 1.13
Vetvrije massa (kg) 37.39 36.14 36.53 37.23
Vetmassa (kg) 21.06 24.79 25.62 24.64