Wat is het verschil tussen oplosbare vezels en onoplosbare vezels?

Dagelijks heb je ongeveer 30 tot 40 gram vezels nodig. Helaas is dat voor veel mensen lastig en veel mensen eten dan ook te weinig vezels. Door te weinig vezels te eten kun je veel last krijgen van spijsverteringsproblemen. Er zijn twee soorten vezels, onoplosbare vezels en oplosbare vezels. Beide soorten dragen bij aan een goed spijsverteringssysteem. Beiden geven ook een vol gevoel en zijn dus absoluut een belangrijke factor van een dieet. Overigens spreken we ook wel over fermenterende vezels en niet-fermenterende vezels.

Onoplosbare vezels/niet-fermenterende vezels
Eigenlijk zegt de term ‘onoplosbare vezels’ al heel veel. Deze soort vezels lost namelijk niet op in water. Integendeel, deze vezels absorberen juist water. Deze vezels dragen bij aan een goede stoelgang door water op te nemen waardoor ontlasting volume krijgt en je geen last krijgt van verstopping. Onoplosbare vezels komen vooral voor in graan.

Deze soort vezels wordt niet afgebroken door je darmen. Zij nemen alleen water op in de darmen en verlaten via de ontlasting weer het lichaam. De enige functie is dus ervoor te zorgen dat je ontlasting niet te dun of juist te droog is.

Oplosbare vezels/fermenterende vezels
Oplosbare vezels zijn vezels die juist wel oplossen in water. Je vindt ze in fruit, groente en peulvruchten. Oplosbare vezels reguleren de bloedsuikerspiegel waardoor je minder snel weer behoefte hebt om te eten. Ze worden afgebroken in de dikke darm en stimuleren een gezonde darmwerking. Ook verlagen ze je slechte cholesterollevel.

De oplosbare vezels worden in je darmen door bacteriën afgebroken. Ze worden ook wel prebiotica genoemd. Bij een te veel aan prebiotica kunnen diarree en darmgassen ontstaan.